Sa bai dee
Door: Stijn
17 November 2004 | Laos, Vientiane
04:00 uur, mijn horloge lijkt verbaasd te piepen. Ik worstel mezelf uit mijn muggennet, wrijf het slaapzand uit mijn ogen en loop mijn bamboehut uit om een verse voetprint in het zacht gele zand te planten. Ik ben in een klein strandplaatsje in het zuiden van Vietnam, Mui Ne.
De ‘motorbike’ waar ik sinds gisteren de paradijsachtige omgeving mee aan het verkennen ben staat klaar voor mijn geplande ritje. Een klein verlaten strandje dat ik gisteren zo maagdelijk en vredig aantrof, zodat ik besloot om vandaag op dit nachtelijke uur op te staan om te zon hier op te zien komen. Na een half uurtje, met de wind in mijn baard en de vliegen in mijn mond, over bestaande en niet bestaande weggetjes te crossen kom ik aan op mijn, tussen de rotsen verscholen, onbewoonde met palmbomen begroeide zandbak. Verbaasd wrijf ik nogmaals in mijn ogen, maar behalve dat ik 3 vliegen en een baardhaar verwijder, verandert er niets aan het beeld dat ik op mijn netvlies ontvang. Mijn strand, dat ik gisteren nog zo rustig aantrof ziet zwart van de mensen. Sjokkend, met mijn hoofd hangend en mijn ogen star gericht op het zand dat ik de lucht in schop, loop ik het strand op in verwachting hordes ‘zonsopgang-toeristen’ aan te treffen. Dichterbij de menigte gekomen, wordt mijn teleurstelling echter omgezet in een gevoel van extase. Geen dikke Duitse Desies, geen arrogante Amerikaanse Andrews, maar vriendelijke Vietnamese Vungs die hier samen zijn gekomen om de dag te beginnen met een bad, ochtendgymnastiek en het aanzicht van een onbeschrijflijk constant veranderend schilderij van een rijzende vuurbal boven het turkoois schuimende woeste water.
Voor ik het weet ben ik omringd door een groep mannen die me gebaren met ze de zee in te gaan en even later sta ik lachend, schreeuwend en hopend dat ik niet ontwaak uit een te realistische droom tussen de Vietnamezen die elkaar en mij met het zoute water wassen. Ik doe nog een paar push-ups met een man van tegen de 100 en laat me verder betoveren door de naamloze kleuren die de zon en de zee weten te produceren. Dit is Vietnam, dit zijn de mensen en dit is mijn hoogtepunt.
Vietnam verlatend vervolg ik mijn weg via het bruine water van de Mekongrivier richting Cambodja. Na 2 dagen stank in de hoofdstad Phnom Penh en 2 dagen tempel-actie in het toeristische Siem Reap, besluit ik voor het echte Cambodja te kiezen en reis ik door het noorden richting Laos. Zwaaiend als de koningin in haar gouden koets op de Vijverberg in het grootste dorp van Nederland, zit ik achter op een ‘motorbike’ op zanderige wegen in de kleinste dorpjes van Cambodja. De koningin zwaait naar net aangeklede kindertjes met een oranje vlaggetje in hun hand. Ik zwaai naar schaars geklede kindertjes met hooivorken, rijstzakken of een buffel aan een touwtje in hun hand.
Inmiddels ben ik in Laos, het land dat me een constant gevoel van ontspanning geeft. Alsof ik me uitstrek, ongegeneerd gaap en een hangmat inkruip met een kokosnoot in mijn hand.
Ik geniet van het leven alsof vandaag mijn laatste dag is, maar droom alsof er nooit een einde aan zal komen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley