Alles op z'n tijd
Door: Stijn
04 Maart 2007 | Oeganda, Gulu
Maandagmorgen, 9.55 uur. Om 10 uur heb ik een afspraak. Pagina drie: ‘20 doden door een busongeluk’. De voorpagina haalt dit nieuws in Oeganda allang niet meer. Niets nieuws voor de kieskeurig nieuwsgierige mediaconsument. Net als de slachtoffers van de bomaanslagen in Irak. Die hebben hun positie op de voorpagina van de internationale kranten ook allang verloren.
Tegen enen komt ze aangeslenterd. Op mijn Nederlandse horloge zit ik onderhand al drie uur mijn tijd te verspillen. In Oeganda is tijd echter geen persoonlijk eigendom. In een sociale context waar niemand zich aan de tijd houdt, is het onmogelijk om op tijd weg te gaan. Dus ook onmogelijk om op tijd aan te komen. Tijd is van iedereen. Dat ik dit inmiddels begrijp, betekent niet dat ik altijd begripvol ben.
Tijd is een sociale constructie. In Nederland ben ik punctueel. Ik plan. Ik maak een tijdschema en arriveer op afgesproken tijden. Behalve op het feestje dat om 21 uur begint. Hier een uur te laat komen, is zomaar ineens op tijd. In Oeganda is men niet zo punctueel. Geen planning. Geen tijdschema. Men arriveert dus nooit op de afgesproken tijden. Oegandezen zouden zonder inburgeringscursus voorbeeldige gasten op het Nederlandse feestje zijn.
Op vijftienjarige leeftijd werd ze ontvoerd door de rebellen van het Leger van de Heer. Tien jaar lang moest ze dagen achtereen met zware bepakking rondlopen. Tien jaar lang werd ze gebruikt als seksslaaf. Tien jaar lang leefde ze, terwijl ze hoopte dat morgen nooit zou bestaan. Rechtvaardigheid ziet ze als een illusie. Haar lippen die de rebellen als afscheidscadeautje afsneden, is ze voorgoed kwijt. Rechters, rituelen en zelfs een eeuwigheid van vrede zullen haar verleden niet ongedaan maken. De drie uur die ik op haar heb zitten wachten, stellen ineens niet zo veel meer voor.
Het conflict tussen mijn Nederlandse punctualiteit en de Oegandese ‘tijdsvrijheid’ is niet altijd weg te relativeren. Aan de ene kant wil ik me aanpassen. Opgaan in de vrijheid van aankomen wanneer de tijd er rijp voor is. Aan de andere kant wil ik me verdiepen in de mensen die ik spreek. Verder gaan dan standaardantwoorden. Iemand zien als meer dan een bron van informatie. Met mijn gelimiteerde onderzoeksperiode is deze kwalitatieve vorm van data verzamelen tijdrovend. Ik moet de tijd dus goed indelen.
Met of zonder horloge, ieder mens is in zekere zin gebonden aan tijd. De tijd van het leven. Nederlanders proberen deze tijd zo effectief mogelijk in te delen. Oegandezen lijken hier minder haast bij te hebben. Behalve in het verkeer. Pagina drie vertelt het verhaal. Haastige spoed is zelden goed. Tijd winnen op de weg, blijkt spelen met de wijzers van de onherroepelijk kwetsbare klok van het leven …
Tegen enen komt ze aangeslenterd. Op mijn Nederlandse horloge zit ik onderhand al drie uur mijn tijd te verspillen. In Oeganda is tijd echter geen persoonlijk eigendom. In een sociale context waar niemand zich aan de tijd houdt, is het onmogelijk om op tijd weg te gaan. Dus ook onmogelijk om op tijd aan te komen. Tijd is van iedereen. Dat ik dit inmiddels begrijp, betekent niet dat ik altijd begripvol ben.
Tijd is een sociale constructie. In Nederland ben ik punctueel. Ik plan. Ik maak een tijdschema en arriveer op afgesproken tijden. Behalve op het feestje dat om 21 uur begint. Hier een uur te laat komen, is zomaar ineens op tijd. In Oeganda is men niet zo punctueel. Geen planning. Geen tijdschema. Men arriveert dus nooit op de afgesproken tijden. Oegandezen zouden zonder inburgeringscursus voorbeeldige gasten op het Nederlandse feestje zijn.
Op vijftienjarige leeftijd werd ze ontvoerd door de rebellen van het Leger van de Heer. Tien jaar lang moest ze dagen achtereen met zware bepakking rondlopen. Tien jaar lang werd ze gebruikt als seksslaaf. Tien jaar lang leefde ze, terwijl ze hoopte dat morgen nooit zou bestaan. Rechtvaardigheid ziet ze als een illusie. Haar lippen die de rebellen als afscheidscadeautje afsneden, is ze voorgoed kwijt. Rechters, rituelen en zelfs een eeuwigheid van vrede zullen haar verleden niet ongedaan maken. De drie uur die ik op haar heb zitten wachten, stellen ineens niet zo veel meer voor.
Het conflict tussen mijn Nederlandse punctualiteit en de Oegandese ‘tijdsvrijheid’ is niet altijd weg te relativeren. Aan de ene kant wil ik me aanpassen. Opgaan in de vrijheid van aankomen wanneer de tijd er rijp voor is. Aan de andere kant wil ik me verdiepen in de mensen die ik spreek. Verder gaan dan standaardantwoorden. Iemand zien als meer dan een bron van informatie. Met mijn gelimiteerde onderzoeksperiode is deze kwalitatieve vorm van data verzamelen tijdrovend. Ik moet de tijd dus goed indelen.
Met of zonder horloge, ieder mens is in zekere zin gebonden aan tijd. De tijd van het leven. Nederlanders proberen deze tijd zo effectief mogelijk in te delen. Oegandezen lijken hier minder haast bij te hebben. Behalve in het verkeer. Pagina drie vertelt het verhaal. Haastige spoed is zelden goed. Tijd winnen op de weg, blijkt spelen met de wijzers van de onherroepelijk kwetsbare klok van het leven …
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley